In de afgelopen weken is er veel kritiek op de uitwerking in de praktijk van de Wet Werk en Zekerheid. En eigenlijk was dit al wel de verwachting van zeer velen. De bedoeling van de wet was het verschil tussen de vaste aanstelling en het flexibele arbeidscontract kleiner te maken. Aan de ene kant zou een tijdelijk contract eerder vast gaan worden door minder tijdelijke contracten op een rij. Voor de vaste medewerker zou de ontslagvergoeding lager worden en de ontslagprocedure meer gestroomlijnd. De uitwerking is naar beide kanten averechts te noemen.
Flexwerkers moeten in het nieuwe regime in de recente praktijk nog eerder dan voorheen op zoek naar een andere baan bij een andere werkgever. De voorheen hoge ontslagvergoedingen voor enkelen zijn vervangen door een standaard transitievergoeding voor iedereen, met daarmee voor de werkgever nog hogere kosten, bijvoorbeeld bij ontslag na het doorlopen van de twee jaar loondoorbetaling bij ziekte.
Ontslag vanuit vast is door de nieuwe wet juridisch in de praktijk ook moeilijker geworden, bijna de helft van het aantal ontslagaanvragen worden in de huidige praktijk door de rechters afgewezen, bij het ontbreken van onvoldoende onderbouwde ontslaggrond, met alle gevolgen van onwerkbare situaties van dien.
Tegelijkertijd vragen we ons af waarom macro economisch het aantal zelfstandigen zo is gegroeid. Mijns inziens zeker niet alleen door de aantrekkelijkheid voor de zelfstandige zelf, maar ook door de belemmeringen, starheid en risico's van het huidige arbeidsrecht. Voor opdrachtgevers zijn er momenteel bij de inhuur van zelfstandigen minder (verborgen) risico's dan bij indiensttreding. Dat de risico's voor arbeidsongeschiktheid en te weinig pensioenopbouw door de zelfstandigen zelf in veel gevallen niet voldoende worden opgevangen, is een volgend probleem dat gaat ontstaan in de komende jaren.
Arbeidsmarkt en arbeidsrecht zijn inmiddels een heel ingewikkeld maatschappelijk vraagstuk geworden en laten zich moeilijk vangen door het enkelvoudig strenger maken van de wettelijke regels. We zullen hierover vermoedelijk vanuit een heel andere denkkader moeten gaan kijken om er uit te komen. We zullen het bijvoorbeeld moeten zoeken in veel slimmere vormen van arbeidsovereenkomsten in de ruimte tussen vast en flex. Zolang we dichotoom en behoudend blijven denken in de twee tegenover elkaar staande smaken van vast en flex komen we waarschijnlijk niet veel verder. Wat mij betreft zou het bieden van werkgelegenheid voor de langere termijn het hogere doel moeten zijn. En wat betreft de risico's zullen we naar een nieuwe collectieve balans tussen werkgever, werknemer en overheid moeten komen.
Flexwerkers moeten in het nieuwe regime in de recente praktijk nog eerder dan voorheen op zoek naar een andere baan bij een andere werkgever. De voorheen hoge ontslagvergoedingen voor enkelen zijn vervangen door een standaard transitievergoeding voor iedereen, met daarmee voor de werkgever nog hogere kosten, bijvoorbeeld bij ontslag na het doorlopen van de twee jaar loondoorbetaling bij ziekte.
Ontslag vanuit vast is door de nieuwe wet juridisch in de praktijk ook moeilijker geworden, bijna de helft van het aantal ontslagaanvragen worden in de huidige praktijk door de rechters afgewezen, bij het ontbreken van onvoldoende onderbouwde ontslaggrond, met alle gevolgen van onwerkbare situaties van dien.
Tegelijkertijd vragen we ons af waarom macro economisch het aantal zelfstandigen zo is gegroeid. Mijns inziens zeker niet alleen door de aantrekkelijkheid voor de zelfstandige zelf, maar ook door de belemmeringen, starheid en risico's van het huidige arbeidsrecht. Voor opdrachtgevers zijn er momenteel bij de inhuur van zelfstandigen minder (verborgen) risico's dan bij indiensttreding. Dat de risico's voor arbeidsongeschiktheid en te weinig pensioenopbouw door de zelfstandigen zelf in veel gevallen niet voldoende worden opgevangen, is een volgend probleem dat gaat ontstaan in de komende jaren.
Arbeidsmarkt en arbeidsrecht zijn inmiddels een heel ingewikkeld maatschappelijk vraagstuk geworden en laten zich moeilijk vangen door het enkelvoudig strenger maken van de wettelijke regels. We zullen hierover vermoedelijk vanuit een heel andere denkkader moeten gaan kijken om er uit te komen. We zullen het bijvoorbeeld moeten zoeken in veel slimmere vormen van arbeidsovereenkomsten in de ruimte tussen vast en flex. Zolang we dichotoom en behoudend blijven denken in de twee tegenover elkaar staande smaken van vast en flex komen we waarschijnlijk niet veel verder. Wat mij betreft zou het bieden van werkgelegenheid voor de langere termijn het hogere doel moeten zijn. En wat betreft de risico's zullen we naar een nieuwe collectieve balans tussen werkgever, werknemer en overheid moeten komen.