Zo een keer per maand neem ik in mijn samenwerkingsverband www.tenhaveenpartners.nl deel aan een leergroep, samengesteld uit professionals rondom veranderen en leren, voornamelijk werkzaam in de domeinen, zorg, overheid, politie, defensie, onderwijs etc. We bespreken casuïstiek, doen aan intervisie en wisselen relevante thema’s vanuit onze praktijken via artikelen en boeken. En soms ontwikkelen we werkvormen en methodieken vanuit onze ervaringen en proberen deze in de leergroep uit. Ook kijken we regelmatig naar onze eigen effectiviteit als veranderaar op specifieke punten of in een specifieke klantcontext.
Prachtig hoe bijvoorbeeld een praktijkcase in deze leergroep niet alleen wordt bezien vanuit de inhoud van de casus, maar dat er ook verbindingen worden gemaakt naar relevante theoretische thema’s en/of individuele leervragen. En soms ook weer andersom.
Van de week bleek mij aan de hand van een complexe casus van een van de leergroepleden maar weer eens overduidelijk dat drie invalshoeken (namelijk casusbespreking, thematische bespreking en intervisie-achtige bespreking) in het gesprek al snel door elkaar begonnen te lopen in alles wat op tafel kwam. En als je niet oppast krijgt het gesprek zomaar een aantal lagen die dwars door elkaar gaan lopen en wordt het er voor voor de casusinbrenger allemaal niet veel helderder op…
We concludeerden dat een casusbespreking echt een heel andere aanpak en ook andere typen vragen nodig heeft dan een intervisie vraagstuk en weer anders dan een casusbespreking. De goede vragen stellen blijkt weer eens een kunst op zich…
Deze realisaties brengen me reflectief ook weer bij het luisteren als belangrijke basis voor het kunnen stellen van de goede vragen. Ik beschouw het als een kunst om goed te luisteren. Vaak lukt het mij niet goed, niet goed genoeg; Al luisterend vul ik alweer te snel in of aan; Ik ben dan vooral bezig met mijn eigen gedachten. Duidelijk is ook dat wanneer ik zelf deel uitmaak van of (emotioneel) betrokken ben bij de casus, of simpelweg ook wanneer de macht van de gewoonte zijn werk doet, ik veel slechter ga luisteren. Ik stel dan ook minder goede vragen. Of ik hoor niet meer wat de ander zegt, omdat de boodschap onzekerheid, irritatie of angst bij me oproept. In mijn praktijk en ook in mijn persoonlijk leven merk ik hoe slecht er vaak geluisterd wordt.
Een vraag zegt vaak ook veel over degene die de vraag stelt, ook in casusbespreking en intervisie. We horen blijkbaar vooral wat we willen horen en we stellen onze vragen aan de hand van ons eigen wereldbeeld en mensbeeld. Onze eigen klanken, onze eigen overtuigingen en aannames resoneren sterk in de vraag die we aan de ander stellen. We hebben kennelijk een sterke behoefte om de ander deelgenoot te maken van onze eigen wereld.
We hebben binnen de leergroep vervolgens in deze casus geoefend met verschillende typen vragen en met verschillende gespreksaanpakken.
Het zou zomaar kunnen dat deze aanpak een nieuwe werkvorm gaat opleveren, die in veel situaties heel bruikbaar zou kunnen zijn… Wordt vervolgd, dus..
En misschien moeten we de volgende keer maar eens wat luisteroefeningen gaan doen..
Prachtig hoe bijvoorbeeld een praktijkcase in deze leergroep niet alleen wordt bezien vanuit de inhoud van de casus, maar dat er ook verbindingen worden gemaakt naar relevante theoretische thema’s en/of individuele leervragen. En soms ook weer andersom.
Van de week bleek mij aan de hand van een complexe casus van een van de leergroepleden maar weer eens overduidelijk dat drie invalshoeken (namelijk casusbespreking, thematische bespreking en intervisie-achtige bespreking) in het gesprek al snel door elkaar begonnen te lopen in alles wat op tafel kwam. En als je niet oppast krijgt het gesprek zomaar een aantal lagen die dwars door elkaar gaan lopen en wordt het er voor voor de casusinbrenger allemaal niet veel helderder op…
We concludeerden dat een casusbespreking echt een heel andere aanpak en ook andere typen vragen nodig heeft dan een intervisie vraagstuk en weer anders dan een casusbespreking. De goede vragen stellen blijkt weer eens een kunst op zich…
Deze realisaties brengen me reflectief ook weer bij het luisteren als belangrijke basis voor het kunnen stellen van de goede vragen. Ik beschouw het als een kunst om goed te luisteren. Vaak lukt het mij niet goed, niet goed genoeg; Al luisterend vul ik alweer te snel in of aan; Ik ben dan vooral bezig met mijn eigen gedachten. Duidelijk is ook dat wanneer ik zelf deel uitmaak van of (emotioneel) betrokken ben bij de casus, of simpelweg ook wanneer de macht van de gewoonte zijn werk doet, ik veel slechter ga luisteren. Ik stel dan ook minder goede vragen. Of ik hoor niet meer wat de ander zegt, omdat de boodschap onzekerheid, irritatie of angst bij me oproept. In mijn praktijk en ook in mijn persoonlijk leven merk ik hoe slecht er vaak geluisterd wordt.
Een vraag zegt vaak ook veel over degene die de vraag stelt, ook in casusbespreking en intervisie. We horen blijkbaar vooral wat we willen horen en we stellen onze vragen aan de hand van ons eigen wereldbeeld en mensbeeld. Onze eigen klanken, onze eigen overtuigingen en aannames resoneren sterk in de vraag die we aan de ander stellen. We hebben kennelijk een sterke behoefte om de ander deelgenoot te maken van onze eigen wereld.
We hebben binnen de leergroep vervolgens in deze casus geoefend met verschillende typen vragen en met verschillende gespreksaanpakken.
Het zou zomaar kunnen dat deze aanpak een nieuwe werkvorm gaat opleveren, die in veel situaties heel bruikbaar zou kunnen zijn… Wordt vervolgd, dus..
En misschien moeten we de volgende keer maar eens wat luisteroefeningen gaan doen..